Werkgevers tipkaart 5: Voorkomen van gevaarlijke stoffen in zeecontainers
De arbeidswetgeving eist dat werkgevers de werknemers beschermen.
Daarvoor wordt de arbeidshygiënische strategie toegepast. Deze
strategie omvat een hiërarchisch stelsel van beheersmaatregelen voor
risico's: het aanpakken van de bron, het nemen van collectieve en
organisatorische maatregelen nemen en ten slotte het inzetten van
persoonlijke beschermingsmiddelen. Stap voor stap wordt er aan
ketenbeheer gewerkt...
De werkgever onderzoekt eerst de mogelijkheden op een hoger
niveau vooraleer hij maatregelen neemt op een lager niveau. Het is
alleen toegestaan een niveau te verlagen als daar goede redenen voor
zijn (technische, uitvoerende en/of economische redenen). Dit is het
'redelijkerwijsprincipe'. Deze afweging geldt voor elk niveau opnieuw.
Het is wel toegestaan verschillende maatregelen uit verschillende
niveaus te combineren om de risico's te verminderen.
Bronaanpak
Bronaanpak betekent dat de schadelijke stof wordt vervangen door een
veiliger alternatief: door een minder giftige stof of door een andere
methode zoals hittebehandeling waarbij geen stoffen nodig zijn. Dit kan
het best tot stand komen als er in de logistieke keten over bronaanpak
wordt gecommuniceerd en er afspraken worden vastgelegd.
Voorbeelden zijn:
- Vervang het toepassen van methylbromide (biocide) in houten verpakkings- en stuwmaterialen door:
- het toepassen van hittebehandeling (HT) in plaats van gebruik van biociden (MB) voor de behandeling van houten materialen.
- het vervangen van hout door kunststof (bv kunststof pallets)
- het gebruik van slipsheets in plaats van houten pallets.
- Beperk het gebruik van MDF en multiplex en andere hechthouten en
geperste producten, zoals kisten en platen. Deze worden vaak afgekeurd
op een te hoge concentratie formaldehyde.
- Vermijd het gebruik van gevaarlijke stoffen bij
ongediertebestrijding in het product (tabak, vijgen, etc.). Voorbeelden
van alternatieve behandelmethoden zijn hittebehandeling en
zuurstofverlaging. Gespecialiseerde bedrijven voeren deze behandelingen
uit.
- Vervang gevaarlijke stoffen door stoffen die minder schadelijk zijn, bijvoorbeeld:
- gebruik minder schadelijke producten tijdens het productieproces (bv. andere lijmsoorten)
- gebruik minder schadelijke producten voor de reiniging of het verlengen van de houdbaarheid van het product
- maak gebruik van verpakkingsmaterialen waarbij geen gevaarlijke stoffen vrijkomen.
Beperk altijd het gebruik van gevaarlijke stoffen tot het minimum. - Maak gebruik van gereinigde zeecontainers (ADR rn 1.4.2.3).
Let er wel op dat sommige reinigingsproducten schadelijke stoffen kunnen bevatten.
Collectieve maatregelen
Wanneer het niet mogelijk is om te voorkomen dat zeecontainers bij
ontvangst gevaarlijke stoffen bevatten, kunnen technische maatregelen
een oplossing bieden. Ventilatie is een bekend voorbeeld hiervan.
Specifieke voorbeelden zijn:
- Laat de producten uitdampen (bijvoorbeeld 1 dag), vooraleer ze verpakt en opgeslagen worden in een zeecontainer (ketenafspraak).
- Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen van de container niet worden afgeplakt (ketenafspraak).
Vaak
zijn ventilatieopeningen van zeecontainers afgeplakt. Dit gebeurt bij
het gassingsproces, maar ook om te voorkomen dat ongedierte en/of water
in de zeecontainer kunnen komen. Door het afplakken is er in het geheel
geen ventilatie meer mogelijk. Maak afspraken met ketenpartners, zodat
de ventilatieopeningen van de zeecontainer altijd vrij blijven en dat
eventuele tape of resten daarvan worden verwijderd. Controleer het
resultaat van de gemaakte afspraken. Maak bij producten, waarbij het
risico op uitdampen van gevaarlijke stoffen aanwezig is, gebruik van
zeecontainers met meerdere ventilatieopeningen. - Laat ruimte boven de lading vrij voor ventilatie, bijvoorbeeld minimaal 30 cm (ketenafspraak).
- Zet voorafgaand aan het betreden en lossen van een vrijgegeven zeecontainer de deuren open (bijvoorbeeld 1 uur).
Organisatorische maatregelen
Communicatie met de ketenpartners is essentieel voor een succesvolle
aanpak van de containerproblematiek. Leg afspraken die moeten leiden tot
minder gassen in containers contractueel vast, inclusief de
consequenties wanneer één van de ketenpartners zich niet aan de
afspraken houdt.
Stel bedrijven die deel uit maken van diezelfde logistieke keten op de hoogte van:
- wijzigingen in de ketenaanpak
- meetresultaten en oorzaken van de aanwezigheid van de aangetroffen gevaarlijke stoffen
- incidenten.
Goed onderling ketenbeheer kan niet alleen leiden tot minder
meetinspanningen en incidenten, maar het voorkomt
ook de waardevermindering van de lading door aantasting van producten
door ongewild gassen van de zeecontainer.